De volumetrie van de nieuwbouw is doelgericht gekneed naar de omliggende context. De bouwhoogte is afgestemd op de naburige bebouwing en aan de spoorweg is er voldoende ruimte voor een extra bouwlaag. Deze extra hoogte wordt op het gelijkvloers gecompenseerd door het insnoeren van het volume zodat het publiek domein voor het gebouw wordt uitgebreid. Langs de zonnezijde zorgen inpandige terrassen en leefkamers met brede vensters voor een levendig straatbeeld.
De materialisatie en de gevelopbouw staan ten dienste van de sculptuur van het volume. Een rigide bakstenen schil met een strenge ritmiek van gevelopeningen ondersteunen het verhaal van de monoliet.
De appartementen worden gegroepeerd rond drie verticale kernen. Alle appartementen zijn rolstoelbezoekbaar en enkele woningen zijn aanpasbaar in het kader van ‘levenslangwonen’. Onder het gebouw zijn er een halfondergrondse parkeergarage en individuele kelderbergingen voorzien.